GUI, webontwerp, psychologie en human efficiency, boek
 | boek 1: invoer, scherm en tekst. vijfde verbeterde druk, 2015, printed on demand versie, 245 pagina’s, 257 voorbeelden, € 37, ISBN: 978-90-809975-5-4 boek 2: help, normen, belasting, navigatie en conceptueel ontwerp. vierde verbeterde druk, 250 pagina’s, 230 voorbeelden, € 40, + ISBN: 978-90-809975-6-1
Contact
| | |
1 Welke aanpak? | De psychologie van de gebruiker is hier de leidraad voor interface design: harde en concrete specificatie voor interfaces, met eenvoudige psychologie van bewegen, kijken, taal, leren en denken. Even geen techniek, marketing, design, beleving, experience, intuïtief, look and feel, meningen en zo. Ook even geen high tech, laatste snufjes, hypes en hots. | De boeken leggen de huidige gui en webpages naast keiharde psychologische kennis. Begrippen als advanced, bar, button, desktop, grafisch, help, menu, OK, personal assistant, tabs, tip van de dag, window en wizard gaan op de psychologische snijtafel. | Begrippen die in de huidige praktijk ongebruikelijk zijn maar die psychologisch gezien noodzakelijk zijn voor een psychologische pasvorm worden geïntroduceerd. Deze geïntegreerde behandeling van de vormgeving voor de handen, de ogen, de woorden, de help en het denken, garandeert dat de ontwerper wat de gebruiker betreft niets over het hoofd. De begrippen structureren eventuele discussie.
|
|
Boek 1 richt zich op het how to van invoer, het beeldscherm en de teksten.
Boek 2 richt zich op het conceptuele ontwerp voor help, beginners/experts, normen/guidelines, menu/navigatie en heeft tevens een why this way karakter. Het geeft inzicht in deze concepten en de praktische consequenties voor het ontwerpen. Velen voelen wel dat er iets mis is met de huidige interfaces. Psychologisch inzicht laat zien waarom het niet klopt en hoe de ontwerper het kloppend krijgt. Elk deel besluit met een toekomstschets. | De aanpak blijkt wat onwennig: de computer is de slave en de gebruiker is de master. Ook onwennig is dat er door meer kennis minder discussie is. Verder is onwennig een psychologie die niet slaafs de vragen van de techniek beantwoordt maar dicteert wat de techniek moet doen. Duidelijkheid is er door ondubbelzinnige woorden, sprekende vergelijkingen en meer dan 400 concrete voorbeelden. Een terugkerend voorbeeld omvat ook psychologische verantwoordingen. De voorbeelden maken de boeken goed bruikbaar in het onderwijs.
Met 1300 termen in de index is een goede psychologische naslag eenvoudig. | De hedendaagse interfaces zijn een zeepkist om de motor van een Ferrari. Die zeepkist kan veel beter. Met high psy wordt invoeren zorgeloos en wat op het scherm staat onmiddellijk duidelijk. Aandacht van de gebruiker komt vanzelf daar waar dat nodig is. Het betekent ongemerkt een expert worden, niet alleen met de interface maar ook in het werk dat de gebruiker doet. De gebruiker is de baas, heeft overzicht, heeft alles onder controle, stuurt waar nodig wat bij en voert zijn taak steeds efficiënter uit. Gebruiksvriendelijkheid is geen probleem meer, maar een vanzelfsprekendheid.
|
2 Theoretische basis |
De psychologie dus als basis in deze boeken. Maar wat voor psychologie? Niet de psychologie die je nodig hebt wanneer je problemen hebt met je partner, je kinderen of jezelf. Wel de wat onbekende functiepsychologie: het bewegen, waarnemen, taalgebruik, leren en denken. Wat is een gebruiker immers anders dan iets dat beweegt (met vingers, toetsen of muis), kijkt (naar een beeldscherm), woordjes leest in intypt, probeer te begrijpen hoe die computer werkt en dat probeert te onthouden hoe de computer werkt. | Boek 2 geeft aan welke oplossingen de psychologie biedt en waarom deze boeken kiezen voor Deze aanpak is concreet omdat de gebruiker de handelingen uitvoert met elementen van de interface (toets/muis, visuele presentatie, tekst, help en conceptuele structuur). Bovendien is de aanpak niet constaterend. Dat wil zeggen menselijk gedrag constateren en met statistiek wetenschappelijk verantwoord beschrijven. 50% van de proefpersonen kan de optie in het menu niet vinden. De aanpak is een De uitspraak is dan bijvoorbeeld: Als u geen menu gebruikt maar een werkwoord - zelfstandignaamwoord zin dan kan vermoedelijk iedereen de optie vinden. |
|
5" height="0">
3 Praktische basis | Kan een boek met zo’n theoretische achtergrond wel praktisch zijn? Ja dat kan. Eeen goede theorie moet operationaliseerbaar en testbaar zijn. Meestal betekent dit dat de psycholoog een theorie vertaalt in onderzoeksitems. Maar een psycholoog kan natuurlijk ook concretiseren in requirements. Dat is één. | Ten tweede toont het boek honderden ontwerpen waarvan ondubbelzinnig gezegd kan worden dat ze wel of niet in overeenstemming zijn met de theorie. Rechts staan wat van die voorbeelden. | Veel voorbeelden komen uit een twintigjarige
Het bekendste voorbeeld is de
NS treinkaart automaat van voor de OV-chipkaart. De interface daarvan is vrijwel geheel in overeenstemming met human efficiency.
|
|
Ook Windows en Office leveren vele voorbeelden. Er zijn geen voorbeelden van de Mac. Dit is niet omdat de bediening van de Mac wel in overeenstemming is met de psychologie. Ook de Mac gebruikt een bureaublad, menu’s en tabbladen om maar eens wat te noemen. | Er zijn speciaal voor het boek ontwerpen gemaakt. Deze voorbeelden zijn zuiver; ze tonen het psychologische punt zonder mitsen en maren en de inhoud is in vijf seconden te begrijpen. Ook in deze site zitten wat voorbeelden. Deze zijn echter niet zuiver; html en de browser hebben hier het laatste woord.
|
4 Inhoudsopgave |
0. 0.1 0.2 0.3Boek 1
Deel I: 1 1.1 1.2
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4
5. 5.1 5.2 5.3 |
Inleiding, wat bieden de boeken? Kennis voor professionals Voor wie zijn de boeken bedoeld?
Ontwerp voor bewegen
Afmeting Wat is afmeting? Welke motorische afmeting?
Weinig invoer Wat is weinig invoer? Welke invoer hoeveelheden? Weinig invoer met selection Weinig invoer met entry Weinig invoer met functionaliteit Weinig invoer met voice input
Plaats van invoer Wat is motorische afstand? Welke motorische afstanden? Geen afstand voor de vingers Minimale afstand voor de vingers Weinig afstand voor de pols Weinig afstand voor de arm
Buttons indelen Wat is motorische structuur? Welke motorische structuren? Cijfertoetsen Qwerty toetsen Lettertoetsen op het scherm Eén-handige invoermiddelen
Ontwerp voor bewegen van morgen Naar vrije invoer Naar meer invoertechnieken tegelijk Naar invoeren in het overzicht |
Deel II:
6 6.1 6.2
7. 7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4
8 8.1 8.2
9 9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3 9.1.4 9.1.5 9.2 9.2.1 9.2.2 9.2.3 9.2.4 9.2.5 9.2.6 9.2.7
10 10.1 10.2 10.2.1 10.2.2
11 11.1 11.2 11.2.1 11.2.2 11.2.3
12 12.1 12.2 12.2.1 12.2.2
13 13.1 13.2 13.2.1 13.2.2 13.2.3
14 14.1 14.2 14.2.1 14.2.2 14.2.3
15 15.1 15.1.1 15.1.2
15.2 15.2.1 15.2.2 15.2.3 15.2.4
16 16.1 16.2 16.3 16.4
|
Ontwerp voor waarnemen Afmeting Wat is visuele afmeting?
Welke afmetingen?
Vorm Wat is vorm? Welke vormen?
Cijfers, getallen, letters en codes Tekstpresentatie Analoge presentaties Commands: tekst of pictogram Keuze: digitaal of analoog Taalkeuze: woord of vlag interfaces: tekst of grafisch Complexe grafische presentatie
Vet Wat is helderheid? Welke helderheden?
Kleur Wat is kleur? Gevoeligheid voor kleuren Verzadigde kleuren Breking van kleuren Kleurendefecten Chromatische inductie Welke kleuren? Kleuren niet voor hoeveelheidsverschil Kleuren niet voor realistisch beeld Kleuren niet voor achtergrond Kleur niet te veel Kleuren wel voor interpretatie van informatie Kleur wel voor sturing aandacht Kleur ook voor design
Helderheidscontrast Wat is helderheidscontrast? Welke contrasten? Leesbaar helderheidscontrast Opvallend helderheidscontrast
Dynamiek Wat is dynamiek? Welke dynamische effecten? Verandering van helderheid Verandering van helderheidscontrastrichting Verandering van plaats
Rustige schermen Wat is een visuele hoeveelheid? Welke visuele hoeveelheden? Weinig visuele elementen Veel visuele elementen
Plaats van informatie Wat is visuele afstand? Welke visuele afstanden? Twee elementen, samenhorend Meer elementen, samenhorend Visuele elementen buiten het fixatiegebied
Scherm indelen Wat is visuele structuur? Welke visuele structuren? Lijsten, ééndimensionaal Kaders Tabellen, tweedimensionaal De horizontale indeling De verticale indeling Portret of landschap
Ontwerp van geluid Wat is geluid?
Geluid voor (on)verwachte informatie
Geluid voor aandacht De gebruiker zit zeker achter de computer De gebruiker zit misschien achter de computer De gebruiker reageert niet Welke geluiden? Pieptonen Ringtonen, muziek Natuurlijke geluiden Kunstmatig geluid
Ontwerp voor waarneming van morgen Naar eenvoudig waarnemen Naar minder rechthoekige vormen Naar meer dynamica Naar transformeren en interpreteren |
Deel III:
17 17.1 17.2 17.2.1 17.2.2 17.2.3
18 18.1 18.2 18.2.1 18.2.2 18.2.3 18.2.4 18.2.5 18.2.6 18.2.7
19 19.1 19.2 19.2.1 19.2.2 19.2.3 19.2.4
20 20.1 20.2 20.3
|
Ontwerp voor taal Weinig woorden
Wat is weinig woorden? Welke hoeveelheden woorden? Synoniemen Meervoudsvorm Homogene termen
Duidelijk taalgebruik Wat is een duidelijk woord? Welke onduidelijke woorden? Onjuiste termen Homoniemen Jargon Geen vorm maar inhoud Bevestigend formuleren Specifieke termen Nederlandse termen
Woorden indelen Wat is een verbale structuur? Welke verbale structuren? Werkwoord en zelfstandig naamwoord Woordvolgorde Interpunctie Structuren in beeldtalen
Ontwerp voor taal van morgen Naar restricted artificial language Naar applicatie onafhankelijke interfaces Naar beeldtaaltoolkits
|
Boek 2
Deel IV:
21.1 21.2 21.2.1 21.2.2 21.2.3 21.2.4
21.2.5
22 22.1 22.1.1 22.1.2 22.1.3 22.1.4 22.1.5 22.2 22.2.1 22.2.2 22.2.3
23 23.1 23.2 23.2.1 23.2.2 23.2.3 23.2.4
24 24.1 24.2 24.3
|
Ontwerp voor leren en tegen vergeten
Wat is leren en vergeten? Welke geheugenhoeveelheden? Hoeveelheid bij invoer Hoeveelheid bij waarnemen Hoeveelheid bij taal Hoeveelheid bij leren Passwords Wachttijden en voortgangsbeheersing Stopbeheersing Are you sure? Hoeveelheid bij denken
Duidelijk uitleggen Wat is geheugen afstand? Overbruggen met Tip of the day Overbruggen met Frequently asked questions Overbruggen met Wizard Overbruggen met Helpdesk Overbruggen met Personal Assistant Welke afstanden voor het geheugen? Overbruggen met psychologische interactie Overbruggen met verticaal ontwerp Overbruggen met verkorten
Indelen van te leren kennis Wat zijn geheugenstructuren? Welke geheugenstructuren? Structuur door normen voor de techniek Structuur door normen voor het design Structuur door consistentie voor gebruikers Aansluiten bij psychologische structuren Consistent voor motoriek Consistent voor waarneming Consistent voor taal Consistent voor leren
Ontwerp voor leren van morgen Naar minder vergissen en vergeten Naar helploze interfaces Naar beheersing van content learning |
Deel V: 25 25.1 25.2 25.2.1
25.2.2 25.2.3 25.2.4
26 26.1 26.2 26.2.1 26.2.2 26.2.3
27 27.1 27.1.1
27.1.2
27.2 27.2.1 27.2.2
27.3 27.3.1
27.3.2
28 28.1 28.2 28.3
|
Ontwerp voor denken
Minder mentale belasting Wat is hoeveelheid voor begrijppen? Welke hoeveelheidsbegrippen? Minder met uitrekenen door interface Rekenen voor de gebruiker Rekenen vanaf de gebruiker Rekenen in eenheden van de gebruiker Rekenen vanuit het doel Minder met betrouwbaarheid Wat is 'betrouwbaarheid'? Welke 'betrouwbaarheden'? Minder met aanpassen Minder met abstraheren
Duidelijke begrippen Wat is een duidelijk begrip? Welke onduidelijke begrippen Onduidelijke inhoudelijke begrippen Onduidelijke pictogrammen Onduidelijkheid door metaforen
Indelen en navigatie Een dimensie, lijsten Wat is een lijst? Welke lijsten? Uitsluitende elementen Oplopende elementen Gelijke afstanden Met een nulpunt
Twee dimensies Wat is een tweedimensionale structuur? Welke tweedimensionale structuren? Geografisch en topografisch Hierarchieën, menu Tabellen
Meer dimensies Wat is meerdimensionaal? Welke meerdimensionale structuren? Meer dimensies met de werkelijkheid Meer dimensies met plaats Meer dimensies met visuele eigenschappen Meer dimensies met lijsten
Ontwerp voor denken van morgen Naar datamanagement Naar samenwerking Naar wanorde
|
Deel VI 29 30 31 32 33 34 34.1 34.2 34.3 34.4 34.5 34.6 34.7 34.8 34.9
35 35.1 35.2 35.3 35.4 35.5 35.6
| Uitgangspunten Techniek Gebruikersmening Marketing Design Ergonomie
Usability Usability als wetenschap Theorie als uitgangspunt Inhoudelijke testmethodologie Interdisciplinair Usability engineer is de baas Generalisten als probleemoplosser Conformeren aan de techniek Verantwoordelijkheid Usability als beroep
Psychologie Productaanpak Procesaanpak Elementeigenschappenaanpak Constaterende aanpak Construerende procesaanpak Guerrilla aanpak
Literatuur
Index
|
|
5 Voorwoord |
Sommigen zeiden na lezing van het boek: Wat een veldslag. Hier is een psychologenridder aan het werk geweest die de ene na de andere interfaceconventie en redenering een kopje kleiner maakt. Er is meer commentaar. | Sommige voorbeelden zijn oud. Maar het gaat om een illustratie van een psychologisch principe. Een recent voorbeeld geeft wel een recent Design maar in de meeste gevallen nog steeds dezelfde goede of foute toepassing. | De plaatjes zijn geen grafische hoogstandjes maar vaak gewoon voorbeelden uit het wild. De boeken zijn geen Design kijkboeken maar ontwerpdenkboeken. De tekst is is ook geen hapklare brok. Dit maal liever meer maal proeven dan één maal schrokken.
|
|
Gebruikers vertelden dat ze na lezing begrepen dat niet ze de domme of de een of andere -beet zijn. Ze voelden zich verlost van schuldgevoelens en twijfels aan de eigen intelligentie. Zij zijn niet de domme of de een of andere -beet. Ontwerpers zijn psychobeten. | Ontwerpers houden van plaatjes en niet van lezen; zeker niet wanneer de plaatjes geen Design zijn. De ontwerpers die zich vermanden bleken zich met de boeken te kunnen verlossen van vage dooddoeners als intuïtieve, look and feel, usability, user centered design, user experience, userfriendly, etc. Ook bleek dat zij ontwerpkeuzen met psychologische kennis rationeel konden vergelijken. Hun werk wordt daardoor intelligenter en professioneler. | De mens is zoals hij is. Het boek is zoals het is en, last but not least, de auteur is zoals hij is. Een taalridder zei me dat ik beschikte over glanzende wapens waarmee de strijd voor gebruiksvriendelijkheid gewonnen kan worden. Dat is waarschijnlijk al wat het is; niet meer en niet minder. Discussie over de toepassing van de psychologische inhoud kan. Discussie over de vorm is voor mij niet interessant. Druk twee, drie en vier De inhoud van alle drukken is gelijk. In druk vier is een hoofdstuk over geluid toegevoegd. Geleidelijk aan is de tekst verbeterd.
|
6 Inleiding | Wat bieden de boeken?
Het weer: iedereen klaagt erover, maar niemand doet er wat aan. Iedereen vindt ook dat computers gebruikersvriendelijker moeten worden, maar wie doet er echt wat aan? De boeken GUI, webontwerp, psychologie en human efficiency 1 en 2’ doen er wat aan. Ze bieden wat vaak links blijft liggen, namelijk psychologie die nodig is om gebruiksvriendelijke computerprogramma's te ontwerpen. |
Het eerste boek staat dicht bij de materie en geeft How to . . . voor invoer, waarnemen en tekst (hoofdstuk 1 tot en met 20). Het tweede boek staat losser van de materie en geeft How to . . . voor het leren, help, begrijpen en navigeren (hoofdstuk 21 tot en met 35). Bovendien geeft dit boek ook een How come . . . van gebruiksonvriendelijkheid. Het ontzet de intellectuele vrijbuiter uit de vanzelfsprekendheden van het hedendaagse interface design. Deel VI in het tweede boek geeft de invalshoeken die er bij interface design zijn en werkt de psychologie als invalshoek verder uit. |
De boeken bieden psychologische theorie en de praktische toepassing.
Elk hoofdstuk begint met de psychologie die voor interface ontwerp van belang is. De theorie wordt geformuleerd in psychologische wensen die men technisch kan realiseren.
Onderzoeksresultaten laten zien hoeveel de prestatie verbetert wanneer de interface aan de psychologische wens voldoet. Zo’n 490 voorbeelden van concrete toepassingen verduidelijken de psychologie.
|
8 Voor wie zijn de boeken bedoeld? |
De kennis is bruikbaar voor de volgende groepen.
a) Ontwerpers van interfaces
De belangrijkste doelgroep vormen ontwerpers van interfaces. Na lezing van deze boeken vragen ontwerpers vaak: "En waar moet ik nu beginnen met het ontwerpen?"
Het antwoord is eenvoudig: "Achteraan; Deel VI, uitgangspunten." Als je de uitgangspunten niet expliciet maakt dan kun je bij elke ontwerpbeslissing discussie krijgen. Het hoofdstuk staat achteraan omdat mij verzekerd is dat een dergelijk hoofdstuk aan het begin voor velen een onneembare horde is. Het eerste boek begint simpel: "Hoofdstuk 1: Hoe groot moet een button zijn?" | Hebben de uitgangspunten een gewicht gekregen dan werk je het conceptuele model uit (systeemanalyse), vervolgens wat de gebruiker moet denken (Deel V Ontwerp voor denken) en daarna de visuele en verbale vormgeving die daar bij hoort. Oh, ja, ergens aan het eind ook nog de invoer; Deel I Ontwerp voor bewegen dus.
Deze methodologie is impliciet omdat het presenteren van psychologische kennis prioriteit heeft; dus bij het eenvoudige bewegen beginnen. Bovendien is ontwerpmethodologie een zaak van ontwerpers en niet van psychologen. Je kunt de boeken van voor naar achter lezen maar ook als naslagwerk vanuit de index
|
|
b) Gebruikers
De boeken zijn bruikbaar voor professionals die zijdelings betrokken zijn bij de ontwikkeling van interfaces, bijvoorbeeld gebruikers die specificaties moeten leveren en die geleverde interfaces moeten beoordelen. Ze kunnen met deze boeken nauwkeurig omschrijven wat ze nodig hebben en beoordelen of de geleverde interface voldoet. Gebruikers zijn daarmee minder afhankelijk van wat technici, designers en toevallige ervaringen met oude systemen. | c) Managers en projectleiders
Managers van interface projecten kunnen met deze boeken beoordelen of de ontwerpers van hun projecten professioneel te werk gaan. Honderden voorbeelden maken duidelijk wat wel psychologisch doordacht is en wat niet. | d) Psychologen
Psychologen kunnen met deze boeken de kloof overbruggen die er is tussen de theoretische functiepsychologische kennis en de toepassing ervan bij het ontwerp van interfaces. Er is altijd een duidelijke link tussen psychologie en de voorbeelden in de boeken. Verder geven deze boeken aan welke variabelen men bij het doen van onderzoek onder controle moet houden en welke variabelen men moet onderzoeken.
|
9 De achtergrond van de auteur | Ik heb vijfentwintig jaar gewerkt aan interfaces en geprobeerd geen concessies te doen aan de psychologie. Aanvankelijk ging het daarbij vooral om industriële toepassingen waarbij snel en foutloos menselijk handelen van groot belang is. Dit geldt voor operators die een chemische fabriek besturen, voor machinisten van hogesnelheidstreinen en voor treindienstleiders. Ook was ik betrokken bij interfaces waarbij het gaat om grote aantallen mensen die de interfaces gebruiken en waarbij de diversiteit in gebruikers groot is. Dit geldt voor treinkaartautomaten en reisinformatie. | Een geluk in mijn werk was de samenwerking met opdrachtgevers, technici en ontwerpers die de waarde van de psychologie voor interface ontwerp inzien. Zij durfden psychologische wensen te vertalen in techniek en ontwerp. Mede daardoor was het voor mij mogelijk deze ontwerppsychologie te ontwikkelen. | Enkele van de hieruit voortgekomen interfaces staan in dit boek. Dat de interfaces vaak gerelateerd zijn aan vervoer komt niet doordat ik geen ervaring met andere interfaces heb maar doordat deze systemen gemakkelijk te begrijpen zijn en deze opdrachtgevers de psychologie veel ruimte gaven. Er zijn ook (her)ontwerpen van bekende Windows en Office vensters.
|
|
ontwikkelde zich van een psycholoog die het menselijk denken onderzoekt naar ontwerper van ultimate psychologisch verantwoorde interfaces; apparaten voor nu en voor in de toekomst. |
|
10 Statistieken | Deel 1 heeft 245 pagina’s, 257 voorbeelden, meestal met een kleurenafbeelding van een scherm. Deel 2 heeft 250 pagina’s, 230 voorbeelden, ook met een kleurenafbeelding. De index van boek 1 en 2 omvat meer dan 1300 verwijzingen.
Inmiddels zijn er meer dan 400+400 exemplaren verkocht.
|
|
Interfaces waaraan de trainer substantieel bijdroeg en ontwerpen die besproken kunnen worden.
Public transport
Road traffic
Road traffic signs
Public transport signs
Design of train indicators
|