 |
De opgave 27+18 realistisch
De lastige breek om 10 handeling of de lastige ruilhandeling met 10 eenheden is niet te zien en niet te lezen (7+8=(7+3)+5). De visuele afstand tussen de op te tellen getallen is groot.
Afbeelding 109. |
Realistisch rekenen brengt de realiteit in de rekenles. Realistisch rekenen geeft decoratie en context.
Die context is overigens niet nodig om de opgave te begrijpen en uit te rekenen, zoals
terecht opmerkt. |
Een risico is dan dat de ogen en de hersenen het zo druk hebben met het verwerken van alle informatie, dat er onvoldoende capaciteit over is om te zien waar het eigenlijk om gaat en om de rekenopgave te maken. Naast zichtbare realiteiten zijn er overigens ook realiteiten in de vorm van woorden die het kind buiten de klas hoort.
|
Je kunt het ook omdraaien. Je brengt dan niet de realiteit in het rekenen maar het rekenen in de realiteit.
Daarbij gaat het niet alleen om de visuele realiteit zoals: Ah, dit is een getallenlijn aan de muur van de klas. Kindrealiteit is: Kijk, buiten op de kerktoren, daar staat ook een getallenijn (de klok). Hier
29 voorbeelden van deze interpretatie van de ’kindrealiteit’.
|
9.1.2
Traditioneel rekenen |
De praktijk zag het realistische rekenen toch niet zo zitten. Het Traditioneel rekenen was de reactie.
Dat werd wel ingevuld als: Instamprekenen
|
9.2
Rekenen is veldkennis
Voor de psychologie zijn ’realistisch’ en ’traditioneel’ moeilijk te vertalen naar psychologische handelingen en neurologische processen. Bovendien is het voor de psychologie lastig dat realistisch en traditioneel rekenen niet precies aangeven, om welke kennis het eigenlijk gaat. Daarom eerst de vraag: Wat is die Getalkennis nu eigenlijk?
|
Nu zijn getallen en rekenen bedenksels van de mens. De geschiedenis van de getallen toont dus hoe getalkennis geëvolueerd is en wat getallen eigenlijk zijn. Daarom hier veel geschiedenis van de getallen. | Verder is er natuurlijk de cognitieve psychologie. Met name de cognitief ontwikkelingspsycholoog Piaget heeft met zijn kennisleer goed gekeken hoe de ontwikkeling van getalbegrip bij kinderen verloopt
|
9.2.1
Past puntkennis bij getallen?
Bij kinderen begint de ontwikkeling van getalkennis met de rekenvoorwaarden (§ 1).
Bij de Rekenvoorwaarden gaat het vooral om de woordenschat voor hoeveelheden (meer, minder, etc.). Dat soort (woord)kennis heet hier puntkennis. Daarbij gaat het om hoeveelheden en nog niet om preciese hoeveelheden: getallen.
|
9.2.2
Past puntenkennis bij getallen?
De volgende stap op de getalkennisladder is niet meer woordenschat maar het maken van een hoeveelheidsvergelijking: Welke is meer/zwaarder/donkerder etc. Het gaat dan om twéé punten die een hoeveelheid van een bepaalde eigenschap hebben. | Puntkennis is nog steeds een rekenvoorwaarde. Je kunt met die kennis nog niet met getallen rekenen.
|
|
9.2.3
Past volgordelijnkennis bij getallen? |
Als je drie punten hebt, dan kun je die punten op lijn zetten, een volgordehoeveelheidslijn dus. Het linker punt is minder dan de volgende. Hóéveel het volgende punt precies meer is dan de vorige, ja dat weet je niet. Afbeelding 110
toont wel dat de volgende haas groter is dan de vorige maar hóéveel een haas groter is dan de volgende, ja dát weet je niet. |
Volgordelijn, ordening op basis van hoeveelheid
Afbeelding 110.
|
|
Het rekenonderwijs kent volgordelijnafbeeldingen als de getallenlijn en het tellen. Verder kent rekenonderwijs het lijnen van handelingen in algoritmen, bijvoorbeeld voor het rijgen bij breken en bij optellen met plaatswaarde.
|
9.2.4
Past aantallijnkennis bij getallen? |
Een aantalgetallenlijn verschilt sterk van een volgordegetallenlijn.
Als je een lijn met aantallen hebt dan weet je wél hoeveel het ene punt meer is dan het andere. Je kunt ook zien dat er een punt op de lijn ontbreekt. Je weet ook hoe groot het ontbrekende punt moet zijn. |
Aantallijn, ordening op basis van aantal
Afbeelding 111.
|
|
Met aantallijnen kun je dus wel gaan rekenen. Op een aantalgetallenlijn is 4 namelijk wél gelijk aan 2+2. Dit cruciale en lastige verschil tussen hoeveelheidsvolgorde en aantalvolgorde komt uitvoerig aan de orde in
.
|
|