Zeg eventueel: We gaan nu keersommen doen. Kijk maar eens.
Laat het kind bij een paar sommen eerst beschrijven wat het ziet. Beschrijf daarna eventueel zelf nog. Let op dat het kind niet gewoon de stippen blijft tellen.

Je kunt een leerling motiveren de sommen nogmaals te doen met:

Kijk, je hebt .. punten/ seconden. Nog een keer en dan meer punten/ minder tijd?
Eventueel een wedstrijd tussen leerlingen?

Doe dat alleen wanneer:

• Je wilt voorkomen dat de kinderen op de vingers gaan tellen. Met snelheid dwing je betere methoden dan tellen af.

• Wanneer het kind de sommen redelijk beheerst.

• Wanneer het kind zich gemakkelijk laat afleiden.

Geen link.

Terwijl de kinderen zelfstandig de sommen maken kan je over de schouder van de kinderen zien hoe het loopt. Moet ik er naar toe?

• Loopt het goed (veel groen).

• Gaat te langzaam (veel lichtgrijs).

• Wel veel fouten (donkergrijs)?