2 Tellend optellenDoor tellen blijven kinderen tellenEen mist van woorden en middelen ontnemen het zicht op volgordegetal en aantalgetal. Wil je het vijfde soepje of vijf. Hier het volgordegetal: aantal bepalen door tellen. Daarna aantal bepalen door rekenen. |
2.1 Wat is Tellend optellen |
Aanvankelijk leren kinderen ’onzinnige’ rijtjes als Iene, miene, mutte. en Un, dun, dip. En natuurlijk het rijtje Een, twee, drie .... Het opzeggen van dat laatste rijtje heet tellen en (uit)rekenen. Niets aan de hand. |
2.2 Tellend optellen in het leerprocesInderdaad, nog niets aan de hand. Maar het is wel de vraag of het kind en de rekenmeester zich realiseren dat het aantal bepaalt met een volgordemethode. |
2.3 Hoe vermaterialiseer je Tellend optellen |
|
De vingers geven een goede materiële steun bij het tellend optellen, bijvoorbeeld 2 (vingers) + 4 (vingers). Het tellend optellen is eerst nog zeer uitvoerig en materieel. Eigenlijk is dat nog geen optellen maar gewoon een rijtje opzeggen. |
![]() Optellen door de twee termen af te tellen Verbeelding 7. |
2.3.2 Met bijtellen |
Bij de volgende stap gebruikt het kind geen concrete objecten (vingers, blokjes) voor de eerste term maar concretiseert het kind met bijvoorbeeld de vingers alleen de tweede term: Bij 3+4 zegt het kind 3, steekt dan 4 vingers op en telt door 5,6,7 is 7.
Bollebozen kun je nu al herkennen aan creatieve methoden om problemen bij het tellen te voorkomen.
Het kan allemaal. Het is slim. Als rekenmeester beloon je zo n creatieve vondst. Maar je wilt die kant niet op. Kinderen kunnen de volgende fouten maken.
|
![]() Startfout bij optellen door bijtellen Verbeelding 9. |
2.4 Hoe verbeeld je Tellend optellen |
De materiële handelingen nemen af en de optelhandelingen worden meer visueel. Het kind kijkt alleen naar zijn vingers of de blokjes die het concreet ziet. | Boven de tien en te weinig vingers? Dan neem ik mijn tenen. Boven de 20 en te weinig tenen? Dan zet ik hem op mijn neus. |
|
Je kunt getallen ’realistisch’ maken met kabouters en fabels die niet gebonden zijn aan enige logica. Dat is misschien niet handig voor het kind in de overgang van denken waarin fantasie en werkelijkheid niet zo sterk gescheiden zijn, naar een fase met besef van een werkelijke wereld. | Getallen en rekenen zijn een wereld met keiharde logische regels. Creativiteit en fantasie mag en moet maar wel binnen de rekenregels. Paragraaf liet zien dat er psychologisch veel mis kan gaan met creatieve grafische ’leer’materialen. |
|
Vooral bij onderbrekingen van het tellen is het handig met turven de stand bij te houden, bijvoorbeeld van de hoeveelheid geladen turf of het aantal gedronken biertjes. |
![]() Turven Verbeelding 10. |
Vijf is een markant aantal. De presentatie van vijf turven is oogvriendelijk . Hoeveelheden tot vijf kunnen kinderen in één keer visueel herkennen. Het visuele beeld is tamelijk markant. Zonder tellen kan je zien hoeveel het er zijn. Daar wil je naar toe. Worden vijf turven nog niet in direct herkend dan kan het kind terugvallen en gewoon de streepjes tellen. Boven vijf wordt het lastiger maar 5+1 en 5+2 zijn dan dichtbij. | Het kind rekent dan al niet meer tellend maar het telt rekenend op. (Vinger)tellend rekenen begint te verdwijnen en rekenend tellen komt stiekem in zicht. Een creatieve grafisch ontwerper kan de vijf streepjes van 5 turven dynamisch gemakkelijk vervormen tot het cijfer 5. Geleidelijk aan kan de leermeester de turven vervangen door cijfers. Eerst vijf turven bijvoorbeeld. Met turven sluipt ook het vermenigvuldigen de hersenen in. In dit geval de tafel van vijf. |
|
Nu zijn die turven natuurlijk handig voor de handen wanneer je biertjes op een kerfstok moet noteren. Maar echt handig voor de ogen zijn die turven niet. | Het oog is tamelijk slim en kan vrij snel aan het patroon van het gezicht van de leider zien, of deze boos begint te worden . Daarom kan het mensenoog ook maar liefst 15 zeer oogonvriendelijke lettertekens waarnemen en kunnen de hersenen deze in een oogwenk interpreteren. |
Toon een teller de 9 stippen hier rechts. Aanvankelijk zal de teller de stippen gaan tellen. Maar het visuele beeld is aanzienlijk eenvoudiger en markanter dan een tekst van 10 priegellettertekens of het gezicht van een boze baas. Zo eenvoudig dat het oog vrij snel in één keer doorseint: Groep van 5 en groep van 4. Met één fixatie kan het oog de eerste term, de tweede term en de uitkomst zien. Geen oogspier-tel-handelingen. Niets te onthouden in het werkgeheugen. Ook de volgende stap is al te zien: 5+4=5+5-1 Blijft de teller tellen? Toon het aantal steeds korter. Dan kán de teller niet meer tellen. |
![]() Door flitsen tellen onmogelijk maken Verbeelding 11. |
Toon de stippatronen vaak. Hang ze in de klas, desnoods aan de getallenlijn, boven het bed en ga er mee kwartetten. Speel met dobbelstenen en dominostenen. Wie het hoogst gooit, mag de steen hebben. Je kunt de leertijd en de fun verbeteren met een prijzengeld op speed. Wie het eerst zegt hoeveel er gegooid is mag de steen hebben. | De taalmeester doet dit al jaren zo met een leesplankje waarop globaalwoorden staan Aap, noot, Mies. De apenmeester doet dit trouwens ook al jaren. Apen kunnen ook uitstekend (stip) patronen herkennen. Zelfs zonder eerst met blokjes geteld te hebben. Zelfs beter dan mensen |
2.5 Hoe verwoord je Tellend optellen |
|
De bakker zegt: Hoeveel taartjes? De klant telt het verjaarsbezoek en zegt: Zes personen moeten een taartje hebben. Ook de bakker begint te tellen: 1, 2, 3, 4, 5, 6. | De rekenmeester zegt: Hoeveel is 2+4? en het kind begint net als de bakker en de gastvrouw te tellen. Niet handig van de rekenmeester, zeggen Ga tellen. als je niet wilt dat het kind gaat tellen. Op Tenerife heeft zo'n homoniemen-misverstand ooit ruim 500 vliegtuigpassagiers het leven gekost noot 1. |
Dit taalmisverstand over de vraag Hoeveel is. is gemakkelijk vast te stellen, bijvoorbeeld met een dobbelsteen:
Toon 5 stippen, zeg: Hoeveel stippen?. Kind gaat téllen.
Toon 4 stippen, zeg: Hoeveel stippen?. Kind gaat tellen. Toon 5 stippen, zeg: Hoeveel stippen?. Kind gaat tellen. Toon 4 stippen, zeg: Hoeveel stippen?. Kind gaat tellen. Toon 5 stippen, zeg: Hoeveel stippen?. Kind gaat tellen. Toon 4 stippen, zeg: Hoeveel stippen?. Kind gaat tellen. Toon 5 stippen, en bedek de dobbelsteen na 1 sec. zeg: Hoeveel stippen? Kind zegt ijskoud: 5 en denkt: Wat is toch het probleem? |
|
Ook bij Optellen maar. zet de rekenmeester het kind op het verkeerde been. Als je tegen een kind zegt: Tel 4 en 5 eens op. dan moet je niet verbaasd opkijken wanneer het kind gaat tellen. Je zegt immers tel op. Als je niet wilt dat het kind gaat tellen, gebruik het woord tellen dan niet maar bijvoorbeeld Reken deze som eens (slim) uit. |
|
|
|
![]() Vleksom Verbeelding 12. |