Hoeveel nullen zijn er?


Om een tientallig getalstelsel te begrijpen moet je de nul-voor-niets, de tienvoudnul en de voorloopnul kennen.

3 werkbladen

De nul in 012 is een voorloopnul: Er zijn in het getal '012' nul honderdtallen. Computers hadden die voorloopnullen aanvankelijk nodig omdat zij niet wisten dat een spatie nul betekende. Leerkrachten kunnen tientalligheid goed uitleggen met de voorloopnul.
      Leonard Verhoef
Contact



Computers begrepen aanvankelijk niet dat een spatie betekent nul. Je moest toen tegen een computer ook niet 1 zeggen maar 00000001.

1 Piloten

Voorloopnullen maken het schrijven, typen en lezen van getallen voor mensen lastig. Dat zie je in de afbeeldingen 1 en 2. Soms zijn voorloopnullen zelfs dodelijk merkten de passagers van Varig vlucht 254. De piloot had koers 027 ingevoerd in plaats van 0270. Vliegend boven de uitgestrekte Amazone hadden de piloten vervolgens niet in de gaten dat ze ongeveer 180° de andere kant op vlogen. Tot natuurlijk de brandstof begon op te raken. Dus geen voorloopnullen in de cockpit meer.

028301
228301
000001
028301

Zoek het kleinste getal

Afbeelding 1.
         
28301
228301
1
28301

Zoek het kleinste getal

Afbeelding 2.

2 Kinderen

In groep 3 en 4 leren kinderen zonder tellen gemakkelijk dat 10+9=19. De som zeggen is eigenlijk al de uitkomst zeggen. Bovendien scheelt deze truc veel telwerk. Niets aan de hand zou je denken. Maar als je in groep 4 komt met 100+5 dan is meest voorkomende fout 200+5=700. Daarna volgt: 200+5=2005. In de leesles zouden die antwoorden min of meer goed zijn. Die tienvoudfouten ontstaan doordat de essentie van het tientalliggestalsysteem in de geschreven getallen niet zichtbaar is. De nul die van de 1 in 12 een tien maakt is overschreven door de twee eenen. De voorloopnul die zegt dat er géén tienen zijn wordt gemakshalve weggelaten. Twee schrijven we niet als 02. Maar dat moet het kind wel weten en begrijpen. Voor kinderen moet je de voorloopnul aanvankelijk dus wel tonen.

3 Snapt het kind de voorloopnul?

Met afbeelding 3 kun je bepalen of het kind de voorloopnul toepast. De som 4+10 wordt nog wel snel en goed uitgerekend. Maar dat gaat vaak tellend, niets aan de hand dus. Maar 200+5 tellend uitrekenen begint lastig te worden dus wordt de uitkomst 700 of 2005.
4+10=
200+5=
3+201=
500+21=
31+100=
2000+321=
545+1234=
Is er een probleem?

Afbeelding 3.

Naar dit werkblad.


Statistieken
Het aantal goed is 0% meer